Siënna Veelders

Siënna Veelders

De stagiaires van Infofilm/Museummedia, Rosalie en ik (Siënna), zijn met een project bezig naar de ontwikkelingen met betrekking tot het gebruik van nieuwe media in musea. Voor ons vooronderzoek hebben wij op 12 februari 2014 met Thijs Waardenburg van Crossmedialab gepraat. Het Crossmedialab is een lectoraat van de Hogeschool Utrecht en voert toegepast onderzoek op crossmediale ontwikkelingen en diensten in de museale sector. Het lectoraat richt zich voornamelijk op de hele sector in plaats van specifieke musea.

Hieronder volgt het verslag van dit gesprek.

Thijs Waardenburg vertelde ons dat Crossmedialab zich onder meer richt op de culturele erfgoed sector. Ons bezoek was vooral gericht om te praten over de nieuwe ontwikkelingen in nieuwe media in musea en wat voor toevoeging het heeft voor de bezoeker. Als wij dit uitleggen komt Thijs met een mooie quote van Mintz (1998): Adding a computer to a boring exhibit, is a boring exhibit with a computer.”

Dit is een fenomeen wat Crossmedialab herkent en veel tegenkomt in de praktijk. Hiervoor hebben zij onder andere het Mediastrategiespel ontwikkeld, wat een product is van één van de projecten van Crossmedialab genaamd Museumkompas. Bij het spel voor musea komen vragen aanbod zoals waarom een museum een Twitter account zou moeten aanmaken, een interactieve installatie zou gebruiken bij een tentoonstelling en wat je strategisch doel zou zijn van het inzetten van nieuwe media. De bedoeling van het spel is dat musea zich bewust een aantal vragen gaan stellen voordat ze gebruik gaan maken van nieuwe media. Een museum kan nieuwe media inzetten om nieuwe bezoekers te trekken, binnen het museum te kunnen communiceren en interactie te creëren met de bezoeker of om in contact te blijven met de bezoeker na het bezoek.

Thijs geeft een voorbeeld van Rijksstudio, een online beeldbank van het Rijksmuseum waar de bezoeker de collectie online kan ontdekken in hoge resoluties. Deze nieuwe toepassing is goed ontvangen en trekt nog meer bezoekers. Het Rijksmuseum doelde op om de online bezoeker warm te maken voor een bezoek omdat veel mensen toch graag kunst in levende lijven wilt ervaren in plaats van dit alleen op een beeldscherm te bekijken.

Wat belangrijk in musea is zijn de bezoekersaantallen. Deze zijn goed te meten via het aantal kaartjes die worden gekocht. Crossmedialab heeft de online activiteit gemeten van Nederlands geregistreerde musea via social media zoals Facebook, Twitter, YouTube, Flickr en Foursquare. Deze metingen hebben als een bijdrage gediend voor de Staat van Cultuur. De metingen zijn gebaseerd op basis van het aantal likes dat een museum op Facebook heeft gekregen.

Een nieuwe ontwikkeling is de iBeacon. Men wil dit gaan toepassen in winkels om de bezoeker te navigeren naar de gewenste artikelen, maar er is ook een mogelijkheid om deze nieuwe technologie toe te passen in musea. Zelf ben ik een beetje huiverig voor het gebruik van mobielen telefoons in musea omdat het aandachtspunt niet geheel op de kunst ligt. Maar veel mensen, waaronder Thijs zien dit als een ontwikkeling vol nieuwe kansen in de museumwereld. Musea hebben juist de mogelijkheid om meer informatie te bieden aan de bezoeker en deze te helpen bij de navigatie bij een tentoonstelling. Doordat er meer informatie wordt aangereikt heeft de bezoeker wellicht meer tijd over voor andere dingen binnen een museum en zal misschien wel frisser uit een museum stappen (in tegen stelling tot een bezoeker die leidt aan museummoeheid aan het eind van een bezoek). De data van de iBeacon kan ook gebruikt worden door het museum om te kijken naar het bezoekersgedrag bij een tentoonstelling. Een nadeel van de iBeacon is dat,op het moment van schrijven, alleen de high-end telefoons hiervoor geschikt zijn.

De inzet van nieuwe media zou de bezoeker meer kunnen betrekken bij het museum. Zeker de jongere generatie wat vaak een lastige doelgroep is om te trekken bij musea. Vaak wordt door musea gedacht dat als ze gebruik maken van nieuwe media zij meteen interessant zou zijn voor jongeren. Dit is een denkfout, want het is nog steeds altijd de inhoud van tentoonstellingen wat de bezoekers moet trekken. Het is ook belangrijk dat de gedeelde informatie op de social media accounts van de musea aantrekkelijk is voor de volgers. Het Crossmedialab heeft de online activiteiten bekeken bij verschillende musea en concludeerde dat het aantal volgers erg afhankelijk is van meestal maar één werknemer in het museum. Deze persoon moet wel een bepaalde strategie hebben. Thijs vertelt verder dat er bij musea vaak slechts één persoon verantwoordelijk is voor het plaatsen van berichten op social media. De populaire musea op Facebook plaatsen minstens één bericht per dag en op elk bericht door een volger geplaatst werd meteen beantwoord door de werknemer. Elk bericht bevat een foto en/of filmpje wat zorgde voor meer reacties en likes dan een bericht zonder. Dit is omdat mensen vaak visueel zijn ingericht, een plaatje met tekst spreek meer tot de lezer dan alleen tekst. Vaak valt social media in een museum onder de afdeling PR, maar er komen steeds meer aparte afdelingen met een online/social media manager.

Het lectoraat heeft ook onderzocht wat de meest geschikte tijdstippen om voor een museum actief te zijn. Crossmedialab zag een duidelijke piek van Facebook activiteit rond drie uur ’s middags, dit betekend dat musea het beste voor deze tijd berichten kunnen plaatsen om de volgers het beste te kunnen bereiken.  Sommige musea berichten ook in het Engels vanwege de volgers. Deze komen niet alleen uit Nederland, maar het blijkt dat een groot deel van de volgers buitenlands is. Thijs verteltd zelfs dat 80% van de volgers bezoekers van het Van Gogh Museum buitenlands is. In Nederland heeft het Van Gogh Museum overigens de meeste likes, gemeten door Crossmedialab in april 2013. Deze populariteit op Facebook in april kan liggen aan dat het Rijksmuseum en het Stedelijk Museum Amsterdam pas net geopend waren. Maar volgens Thijs kan het ook liggen aan het feit dat ‘Van Gogh’ echt een merk is. Veel mensen zijn bekend met de artiest, wat het museum nog aantrekkelijker maakt voor buitenlanders.

Doordat Crossmedialab veel onderzoekt kan dit leiden voor veel inzichten voor de sector. Het is dan aan de individuele musea om deze informatie toe te passen. Bij de zogenaamde Museumbattles, die werden gehouden door studenten van de Hogeschool Utrecht, werden er nieuwe concepten en oplossingen bedacht voor geselecteerde musea. Verschillende musea werden gevraagd, maar door de populariteit van het project meldde veel musea zich ook bij het project aan. Vele inzichten werden achteraf niet of maar half concreet gemaakt door veel musea. Dit betekende voor weinig slagingskans voor de concepten.

Voor veel musea is het altijd nog een uitdaging om nieuwe doelgroepen te trekken en nieuwe media zou hier goed voor ingezet voor worden. Deels ook door middel van de inzichten die Crossmedialab aanbiedt aan de sector door middel van de verschillende onderzoeken.

Het leuke gesprek met Thijs Waardenburg heeft geleid tot nieuwe inzichten voor ons project. Bent u ook benieuwd geworden naar Crossmedialab? Bezoek eens de site of volg de lectoraat op Facebook en Twitter.