Tijdens bewonersbijeenkomst presenteert museum aangepast plan vernieuwing
Museum De Ronde Venen maakte vorig jaar het idee bekend om te verhuizen naar de Zwarte Schuur van Natuurmonumenten. Na verdere onderzoeken presenteerde het museum dinsdag een aangepast plan, waarmee ook rekening is gehouden met vragen en reacties van de omwonenden. Op de nieuwe locatie wil het museum transformeren naar een Laaglandmuseum waarin het verhaal van het gelaagde veenweidelandschap in al haar facetten wordt verteld.
In mei 2013 presenteerde Museum De Ronde Venen de plannen voor de nieuwe museumlocatie bij de Zwarte Schuur van Natuurmonumenten. De Provincie, gemeente De Ronde Venen, Waterschap Amstel, Gooi en Vecht en gebiedscommissie Utrecht West reageerden enthousiast op de beoogde verhuizing. Het afgelopen jaar heeft het museum de plannen verder uitgewerkt en hierbij gelet op vragen en reacties van omwonenden. Dinsdag werd het aangepaste plan door het museum en de betrokken onderzoekspecialisten gepresenteerd tijdens een drukbezochte bewonersavond in dorpshuis De Boei in Vinkeveen.
Bureau Arcadis onderzocht wat het ecologische effect op het gebied is en welke maatregelen het museum moet nemen om het leefgebied voor dieren in balans te houden. Zo zal het wandelpad door de Botshol tijdens het broedseizoen gesloten blijven en wordt de veensteekmachine in die periode niet gestart. Boswachter Jurjen Annen ziet de komst van het museum positief tegemoet. “Ik ben in gesprek geweest met het museum om de Zwarte Schuur geschikter te maken voor vogels en andere dieren. Op die manier voegt het museum juist iets toe,” zegt Annen.
Rustig karakter
Het museum heeft volgens verkeersonderzoeksbureau Goudappel Coffeng niet meer dan vijftien parkeerplekken nodig om in het hoogseizoen aan alle bezoekers plek te bieden. De Botsholsedijk zal volgens het bureau zelfs tijdens de drukste dagen haar rustige karakter behouden. Danny van Beusekom van Goudappel: “Het museum heeft een prima plan. De dijk blijft een veilige weg die de verkeersdruk aankan, zowel met als zonder museum.”
De vrees van bewoners voor een drukbezocht horecapaviljoen is volgens directeur Maarten Kentgens onnodig. “Dit is uitgebreid onderzocht met deskundigen op het gebied van museumhoreca. De locatie is binnen de huidige kaders niet rendabel om commercieel te exploiteren. De horeca zal een ondersteunende functie krijgen en in eigen beheer door het museum met vrijwilligers worden gerund. We steken hierbij echt in op een kleinschalig koffie- en theehuis.”
Verder is de aanlegplaats voor bezoekers die vanaf de Vinkeveense Plassen komen teruggebracht tot een kleine passantensteiger voor museumbezoekers. Deze is, samen met het pad van de aanlegplaats naar het museum toe, opgeschoven naar het noorden om overlast voor omwonenden te voorkomen. Ook zijn er hekken ingetekend en is het wandelpad dat bij de Zwarte Schuur start een klein stukje omgelegd, waarmee het museumterrein buiten openingstijden afgesloten blijft.
Unieke plek
Kentgens ziet de toekomst van het Laaglandmuseum in de voormalige turfschuur positief tegemoet en kijkt ernaar uit om de eerste vervolgstappen te kunnen zetten. “Het is een unieke plek waar de Vinkeveense Plassen, de Polder Groot-Mijdrecht en het moeras van Botshol samenkomen. Bezoekers kunnen het museumbezoek combineren met een excursie van Natuurmonumenten. Wandelaars kunnen van de natuur genieten en direct iets leren over het gelaagde ontstaan van het veenweidegebied van De Ronde Venen, dat hier tot leven komt zodra je de deur uitstapt.”
Het museumbestuur heeft het vernieuwde toekomstplan ingediend bij de gemeente. Naar verwachting zal deze in april door het college worden behandeld. In juni wordt het plan besproken in de gemeenteraad. Indien de raad akkoord gaat, wordt de bestemmingsplanprocedure gestart. Hierin hebben omwonenden de mogelijkheid om hun zienswijze op het plan te geven.