Delfts Goud
En andere topstukken uit de TU-collectie
Naturalis is er trots op dat de TU Delft haar bijzondere collectie van ruim 80.000 mineralen en ertsen aan het museum heeft overgedragen. Enkele topstukken uit de Delftse collectie liggen tussen 4 oktober 2014 en 4 januari 2015 in de Schatkamer van Naturalis tentoongesteld.
Een goudklomp van bijna 250 gram, koper, ijzer, gips, asbest en andere bruikbare bodemschatten zijn in hun natuurlijke verschijningsvorm te bekijken. De tentoonstelling Delfts Goud toont behalve de mooiste mineralen en ertsen ook enkele fossiele topstukken uit de TU-collectie: een skelet van de uitgestorven dodo en de schedel van Protoceratops, een kleine dinosauriër.
Waardevol
De Delftse collectie is voor Naturalis bijzonder waardevol. Zo maakt het de verzameling bestaande mineralen uit Indonesië en Suriname vrijwel compleet. Maar ook het ruime assortiment aan ertsmineralen steekt er voor Naturalis met kop en schouders bovenuit. Ze zijn van grote wetenschappelijke en educatieve betekenis.
Maatschappelijk relevant
De collectie mineralen en gesteenten is wetenschappelijk geordend. Zo’n collectie is – net als in de biologie – bedoeld om de wereldwijde diversiteit in kaart te brengen. In dit geval dus van de geologie. Dit gebeurt bijvoorbeeld op grond van chemische samenstelling van de stukken. De collectie van de TU Delft heeft veel belang voor de samenleving. De ertsen die erin zitten geven een overzicht van datgene waar onze huidige maatschappij op drijft: grondstoffen uit de mijnbouw waar we elke dag gebruik van maken.
80.000 Objecten
Professor Vogelsang was de eerste die in 1864 als hoogleraar aan de ‘Koninklijke Academie ter opleiding van burgerlijk ingenieurs’ de noodzaak inzag van het aanleggen van een studiecollectie. Als voorloper van de TU Delft werden op deze Academie studenten opgeleid in de mijnbouwkunde. Vogelsang vond dat studenten echte stenen in handen moesten hebben om gevoel te krijgen voor hun vak. Zijn inzicht viel in vruchtbare aarde. Veel van zijn collega’s en studenten volgden zijn voorbeeld en verzamelden zoveel mogelijk materiaal tijdens hun veldwerk. Het werd een Delftse traditie. De verzameling groeide gestaag tot 80.000 objecten en leidde tot vele wetenschappelijke publicaties. Er zijn vele theorieën en conclusies op gebaseerd die geldig zijn tot op de dag van vandaag.
Op zijn plaats
Vanaf 1912 werd de collectie ondergebracht in het gebouw van de toenmalige faculteit Mijnbouwkunde van de Delftse Universiteit. In 2007 verhuisden de studenten en medewerkers van de opleiding naar een nieuw gebouw op de campus. De collectie bleef achter op de Mijnbouwstraat. Door de fysieke scheiding en het groeiende studentenaantal werd het steeds lastiger om de collectie goed te beheren en te betrekken in het onderwijs. Inmiddels beschouwt de TU Delft het beheer van deze collectie niet langer als een van haar kerntaken; die taak is nu op landelijk niveau bij Naturalis ondergebracht, waar de collectie op zijn plaats is. Delen van de collectie zullen in de toekomst uitgeleend worden aan de TU Delft, zodat men ook in Delft kan blijven genieten van deze fraaie collectie. En natuurlijk zijn onderzoekers uit Delft van harte welkom bij Naturalis om de collectie te blijven bestuderen.
De overdracht van de collectie is mede mogelijk gemaakt door subsidie van het Mondriaan Fonds.