Persbericht Limburgs Museum Veranderende sinterklaastraditie

Er is al enkele jaren commotie rondom het Sinterklaasfeest. Vooral het personage Piet ligt onder vuur. De discussie wordt gevoerd door volwassenen en is gepolariseerd en gepolitiseerd.

Het Pakhuis van Sinterklaas in het Limburgs Museum – van 14 november tot en met 6 december aanstaande – is er op de allereerste plaats voor ‘gelovige’ kinderen. Het museum heeft  begrip voor de gevoeligheid die leeft bij voor- en tegenstanders als het gaat om de traditie. Dat er verstandig en met argumenten van gedachten wordt gewisseld over dit cultuurhistorisch fenomeen, is positief. Zo worden meningen geventileerd en gehoord en kan een basis ontstaan voor wederzijds begrip en respect. 

Om het publieke debat positief te stimuleren wordt in het Pakhuis van Sinterklaas een korte documentaire vertoond, die in opdracht van het Limburgs Museum is vervaardigd door Bonte Was. Een oma en twee opa’s blikken terug op Sinterklaas in hun jeugd, de jaren vijftig van de vorige eeuw.

Tradities evolueren, veranderen mee met nieuwe generaties en nieuwe landgenoten en met veranderende sociale en economische omstandigheden. Vastelaovend, om maar eens de grootste Limburgse traditie te noemen,  werd in de jaren vijftig compleet anders gevierd dan nu. Het feest duurde korter en was soberder wat betreft kostumering, aankleding en consumptiepatroon.

Sinterklaas en zijn Pieten zijn heden ten dage andere karakters dan zestig jaar geleden. Kinderen waren vroeger bang. Vooral het figuur van Zwarte Piet boezemde angst in. Hij kwam rammelend met een ketting binnen en had een roe en jutezak bij zich. Wie stout was geweest kreeg met de roe op zijn achterste. Volwassenen hadden gezegd dat hele ondeugende kinderen in de zak mee moesten naar Spanje en dat daar zeep van ze zou worden gemaakt!

Een kind kreeg rond 1955 minder én andere cadeautjes dan een leeftijdgenootje anno 2015 krijgt. Vaak was het maar één stuk speelgoed, wat snoep en praktische spullen zoals handschoenen, een sjaal of muts. Midden jaren vijftig, tien jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog, was Nederland nog aan het opkrabbelen. Het economisch herstel had ingezet, maar de welvaart nam maar mondjesmaat toe. Ouders hadden slechts een beperkt budget om Sinterklaas te vieren en dat gold zeker in grote gezinnen met veel gelovige kinderen.

Nog een derde aspect wordt in de documentaire belicht. Tegenwoordig is Sinterklaas nadrukkelijk aanwezig in de media, vooral op televisie. Al maanden tevoren vallen de magazines van speelgoedzaken in de bus. Pepernoten liggen in september in de schappen bij de supermarkten. Kinderen die het Pakhuis van Sinterklaas bezoeken worden talloze malen gefotografeerd en gefilmd door ouders en grootouders. De resultaten worden vaak gedeeld op de sociale media. Het feest is vercommercialiseerd en gemediatiseerd. Ook dat is een hele duidelijke verandering in de Sinterklaastraditie.

De documentaire sluit af met een open vraag. Hoe zal het Sinterklaasfeest eruit zien als de kinderen die er nu zo van genieten, zelf opa en oma zijn? Anders dan nu, dus.

Tot slot, maar niet op de laatste plaats. Het Limburgs Museum hecht eraan om te benadrukken dat de rol van Piet met zorg wordt gespeeld.  Piet is de begripvolle vertrouweling van de jonge pakhuisbezoekers en de intermediair tussen de kinderen en Sinterklaas. Het geeft geen pas om een karikatuur of lachspiegelversie van Piet te maken. Het huidige Pakhuis van Sinterklaas is een exponent van een traditie. Het kenmerkende aan tradities is dat ze veranderen. Het Sinterklaasfeest uit de naoorlogse jaren was in de kern hetzelfde, maar toch ook heel anders dan het huidige. Wanneer Piet verder evolueert, zal ook het Pakhuis van Sinterklaas er anders uitzien. Als cultuurhistorisch instituut loopt het Limburgs Museum niet voor de troepen uit, maar sluit het – om het zo maar eens te zeggen – aan achter de Sinterklaasstoet.

http://www.limburgsmuseum.nl/sinterklaas/sinterklaas/